MARGIE BALL & THE GAMBLERS
Eind 1964 speelden Leendert Bal en Cees van der Togt, die beiden in dezelfde eerste klas van de UTS in Leiden zaten, vaak na schooltijd bij Leendert thuis wat op de Spaanse gitaar. Leenderts zus Margie zong dan af en toe ook mee en zo ontstond de eerste muzikale samenwerking van dit trio. Margie zat toen op een middelbare school in Oegstgeest en haar leraar Nederlands heette Theo Joosten, de latere manager van Margie Ball and The Gamblers.

Begin 1965 deed Margie mee aan een Talentenjacht in de Stadsgehoorzaal te Leiden. Haar begeleiders waren Leendert Bal en Cees van der Togt.

Na het winnen van deze talentenjacht, die tevens een platencontract opleverde, werd omstreeks juni 1965 door Leendert de begeleidingsband The Gamblers opgericht. De band bestond toen uit: Leendert Bal sologitaar, Peter Vogels uit Wassenaar slaggitaar, Cees van der Togt basgitaar en een zekere Gerrit, die uit Den Haag kwam, was de drummer. Deze Gerrit had de specialiteit vaak staande te drummen.

De grote stimulator van de band was de vader van Margie en Leendert. Vader Bal regelde vaak optredens bij de Luchtmacht.

In de zomer van 1965 scoorde Margie met het nummer 'Goodbye to Love', waarmee ze tien weken lang in de Hitparade stond. De toen zeventienjarige scholiere werd zakelijk bijgestaan door Theo Joosten, haar toenmalige leraar Nederlands.

Cees van de Togt vertelt: “In de beginperiode werd er voorafgaand aan een optreden verzameld in huize Bal te Voorschoten. Moeder Bal maakte een tas broodjes waarna er vaak aan een urenlange rit werd begonnen naar een optreden ergens in het land. Het vervoer geschiedde toen met drie personenauto’s. Versterkers, gitaren en zanginstallatie werden met de Opel stationcar van vader Bal getransporteerd. Deze Opel werd vaak gereden door Henk en Arie, vrienden van Leendert, die dan ook hielpen met de opbouw van de installatie.

De bandleden werden door mij vervoerd in een Simca Aronde met op een imperiaal het drumstel. In de begintijd bracht vader Bal Margie naar de plaats van optreden. Later werd zij door manager Theo Joosten en een familielid, die een auto bezat, naar de optredens gebracht.

In het begin van ons bandbestaan hebben wij veel talentenjachten meegemaakt en hebben wij door het hele land feest- en dansavonden verzorgd. In die tijd was het 2 tot 3 keer raak in een weekend om te spelen. We waren aangesloten bij theaterbureau Ben Essink. Toen er geregeld een Volkswagenbus werd gehuurd, gingen we terug van drie naar twee auto’s.

Ik zal nooit vergeten dat we in het voorprogramma van The Kinks in de Haagse Houtrusthallen moesten spelen. Er was een enorm contrast tussen het volume van de geluidsinstallaties van de diverse bandjes. Een groot deel van het publiek kwam toen ook voor de Golden Earings (ja, toen nog met ‘s’) die door de Haagse muziekhandel Servaas van veel vermogen was voorzien. Men gilde het uit toen Frans Krassenburg Please Go startte. Wij vielen toen met ons beperkte geluidsvermogen in het niet. Peter had een Vox versterker, Leendert een 100 Watt Fender versterker en ik een 60 Watt Fender basversterker en onze Dynacord zanginstallatie met echo had een vermogen van 125 Watt.

Over het geluidsniveau van The Kinks zal ik maar niets zeggen, dat was enorm. Het tijdperk van veel geluid was aangebroken.”

Later werd de drummer Gerrit vervangen door Hennie uit Leiden en voegde Jan Pieter Boekhoorn, die in Den Haag woonde, zich bij de band met een Philicordia orgel. In deze bezetting hebben The Gamblers gespeeld tot midden 1967.

In 1967 verliet Leendert als eerste de band. De nieuwe sologitarist heette Wim Schrama en woonde in Noordwijkerhout, maar vrij snel daarna verlieten ook Cees en Hennie de band en maakten de twee overgebleven muzikanten een doorstart met Hans Stok als bassist en Cock de Jong op de drums.

De band bestond toen uit: Peter Vogels slaggitaar, Hans Stok basgitaar, Cock de Jong op drums en Wim Schrama sologitaar.

De Voorburger Hans Stok woonde tegenover de brandweergarage aan de Parkweg. Een medeleerling op de banketbakkersschool bracht hem in contact met muziek en leerde hem gitaarspelen. Met deze jongen speelde hij vanaf zijn 16e jaar in de Delftse band The Electric Jets, samen met Gerard Romeyn van de latere Tee Set. Na zijn diensttijd speelde Hans Stok in de bands Fact en The Vulcanoes, totdat hij in 1967 werd gevraagd om bij The Gamblers te komen spelen.

Met veel plezier vertelt Hans Stok over zijn periode als bassist bij The Gamblers:

“We oefenden in de kantine van een ladderfabriek bij Voorschoten. Als we ergens moesten spelen, ging de band met een gehuurde Volkswagenbus daar naar toe. Wij speelden dan eerst een set zonder Margie. Zij was een ontzettend aardig meisje met wie we heel fijn samenwerkten. Ze werd altijd door haar vader met de auto gebracht en arriveerde iets later dan wij. Margie deed dan haar repertoire, veel Sandy Shaw – achtige liedjes zoals Puppet On a String of liedjes van Tom Jones en werd vervolgens door haar vader weer naar huis gebracht. Wij speelden nog een half uurtje verder en vertrokken vervolgens met onze bus.

Onze nieuwe manager was Herman Stok, die destijds heel bekend was vanwege zijn televisieprogramma Top of Flop. De mensen dachten dat hij mijn broer was, maar dat was hij niet. Hij hielp met het uitzoeken van ons repertoire en had altijd veel werk voor ons. Het gebeurde steeds vaker dat we pas ’s ochtends vroeg thuiskwamen en ik meteen daarna door moest naar mijn werk. Dat hou je niet lang vol en daarom ben ik toen een periode volledig beroeps geworden.

Ik heb alles uit die tijd bewaard, zelfs de contracten. Op de singletjes die Margie maakte, speelde nooit onze band, maar een studio-orkest. Over onze instrumenten weet ik nog dat mijn eerste gitaar een Framus was, die ik kocht bij Bas van der Rest in Den Haag. Omdat ik nog geen geld had, stond mijn oma garant voor de afbetaling. Kort daarna schafte ik m’n Fender Bass en Bassman Amp aan. Ik herinner me nu nog het enorme verschil in geluid.

Drummer Cock had een uitgebreid Trixon drumstel met twee hangende en twee staande toms. Hij was een goede drummer, maar ook een eigenaardige, teruggetrokken kerel. We moesten hem soms uit zijn bed bellen als we ergens gingen optreden.

Wim Schrama had een Fender Bandmaster buizenversterker plus kast en ik speelde over m’n Fender Bassman. Ik vind dat spul uit die tijd nu nog geweldig. Ik repareer tegenwoordig voor mijn plezier oude Vintage versterkers en regel ze zo af dat het originele geluid er weer uit komt. Ik bouw ze ook nieuw, onder mijn eigen merknaam Cane en ik betrek de originele buizen en andere onderdelen uit Amerika.

Bij The Gamblers heb ik gespeeld van 1967 tot 1968 en ik heb daar veel positieve herinneringen aan. Dronken bezoekers zaten er heel soms wel eens in het publiek, maar we traden ook wel eens op met dronken artiesten. Joop Doderer, de acteur, kon er ook wat van!

Karin Kent en Martine Bijl traden met Margie op onder de naam ‘De Knokkeploeg’.

In 1968 stopten The Gamblers ermee. Naderhand is Margie Ball naar de VS geëmigreerd. Het was een grote schok toen we hoorden dat ze daar op veel te jonge leeftijd is overleden. Vooral voor Peter Vogels was de schok heel groot, want hij heeft al die jaren een bijzondere band met haar gevoeld.”

Van Wim Schrama is bekend dat hij later nog enige tijd muziek heeft gemaakt en een CD met Beatles-nummers heeft uitgebracht. Hans Stok is altijd blijven spelen in bands in en rond Voorburg zoals in Soul Packet, The Bartenders en speelt medio 2011 in de band Franky and the Real Rockers.

Zijn grootste fan is zijn vrouw, die hem sinds de jaren 60 trouw naar ieder optreden vergezelt.