MOHAIR SAM
Jaar:
1968
Bezetting: (bij
naamsverandering)
Stanley Koymans - zang
Wouter Brünings - sologitaar
Jos Remmerswaal - basgitaar
Aad Paardekooper - harmonica/orgel
Jelle Loozer - drums
Rinus Muilwijk,
Frits Kokkeel - manager
Jan Okkerman - roadmanager
Wijnand Lensvelt - roadmanager
Overige
muzikanten:
Bert Beekhof - toetsen
Bob Lingeman - sologitaar
Overigen:
Flip Remmelenkamp, Hans en Okkie Romeijn, Bert
Salverda - roadmanager
Rob Hesselman - lichtshow
MOHAIR SAM
In 1968 ging Mohammed Sam over van Soulmuziek naar meer
Undergroundmuziek en de werd de naam gewijzigd in Mohair Sam. Ook
de samenstelling van de band werd gewijzigd. Nadat Tat Koymans (bas) en
Frans Keijmer (zang) de band hadden verlaten, kwam Jos Remmerswaal als
nieuwe bassist erbij en nam Stanley de lead zang over.
Na een korte periode met Aad Paardekooper op toetsen, werd al snel
Bert(je) Beekhof als vaste toetsenist aangetrokken. Bert speelde in het
begin op zo’n zielig Farfisa orgeltje. Zonder enige vorm van overleg
werd een nieuw exemplaar van het merk Eminent aangeschaft. Toen Bert
zijn Farfisa ergens achter in het weiland van de ijsbaan terug kon
vinden, stribbelde Bert niet meer tegen, hoewel hij de Eminent nog lang
aan de band moest terugbetalen.
Rinus Muilwijk werd de eerste manager. Later werd Rinus Muilwijk
vervangen door Frits Kokkeel. Zij wisten in die tijd veel optredens
binnen te halen. Toen Jos Remmerswaal in september 1969 als bassist naar
de Voorburgse groep Summer ging, werd Wouter Brünings bassist. Bob
Lingeman, die speelde bij een andere Voorburgse band Levy Joe,
werd daarna als sologitarist aangetrokken. In deze bezetting heeft de
band later met een aantal verschillende zangeressen vele jaren
opgetreden.
In de begintijd was Wijnand Lensvelt de roadmanager. Wijnand speelde
ooit in The Simple Souls, maar nadat hij na een optreden in de Fjord op
blote voeten moest vluchten voor te opdringerige fans, vond hij de baan
van roadmanager veiliger. Toen Wijnand bij Earth and Fire full time ging
werken, werd Flip Remmelenkamp met zijn Volkswagenbusje de nieuwe
roadmanager van Mohair Sam. Rob Hesselman zorgde met een door
hemzelf gemaakt schakelpaneel plus gekleurde lampen en
vloeistofprojecties voor de lichtshow, 'Robert ’s Crazy Light Machine',
genaamd. In de loop der jaren hebben ook Hans en Okkie Romeijn (de
gebroeders Bever) voor de band gereden en gesjouwd. Uiteindelijk werd
Bert Salverda als roadmanager gevonden. Hij doet dat werk op het moment
van verschijnen van dit boek (2012) nog steeds. Bij alle volgende
bandjes van Stanley en Wouter bleef Bert de bands trouw.
Nu weer terug naar de jaren ’60. Er werd vaak geoefend in het Groene
Huisje, zelfs ná een optreden tot het ochtendgloren. Ook in Voorburg
waren veel podia waar bandjes konden spelen, zoals de Fjord, Moef-Inn,
de Regenboog en de Goede Herder (de Grifsoos). Zondagsmiddags
organiseerde de manager van de band, Rinus Muilwijk, optredens in het
Groene Huisje onder de naam 'Rilusjatoba-soos'. Alle Voorburgse bands
hebben daar ooit wel eens gespeeld.
Uiteraard zijn er uit deze tijd ook leuke anekdotes te vermelden. In
Spijkenisse bijvoorbeeld, werd frequent opgetreden en waren de
Voorburgse bands 'wereldberoemd'. Belangstelling van de plaatselijke
'groupies' was er dan ook genoeg. Uiteraard was de bandbus meestal te
vol om ook nog de verkering van de bandleden mee te nemen. Toen de
manager Rinus dan ook een keer de vaste verkeringen onverwachts een lift
aanbood en met de meisjes de feestzaal binnenkwam, wisten de bandleden
niet hoe snel ze de plaatselijke fans van zich af moesten schudden.
Ook wenste een zaaleigenaar na het optreden niet direct af te rekenen.
Na het dreigement, dat dan de bandbus wel even door de gevel binnen kwam
rijden, werd er meteen betaald.
Ze herinneren zich ook nog een pechgeval met het busje in de Maastunnel
in Rotterdam. Het was midden in de nacht en met man en macht en een
flinke slok op hebben de bandleden het busje uit de tunnel kunnen duwen.
Na enig prutswerk konden ze weer verder.
Een optreden in 'het Zeepaardje' in Noordwijk kwam Coby Remmerswaal duur
te staan. Eindelijk mocht ze een keer mee met de band van haar broer Jos
(de bassist). De band vergat haar na afloop van het optreden weer mee
terug te nemen. Aangezien haar tasje met geld in de bandbus was
achtergebleven, zat er niets anders op dan over het strand terug naar
Voorburg te lopen. Alsof het zo moest zijn, kwam ze op die nachtelijke
tocht bij toeval haar ander broer Henny tegen. Eind goed al goed. Dit
was trouwens niet de enige keer, dat de band iemand vergat. Na een
optreden in de Marathon in Den Haag was de band ook de toenmalige
manager Frits Kokkeel vergeten mee terug te nemen. Vervolgens ging de
hele gage op aan de taxikosten voor Frits.
Een van de leukste optredens uit die beginperiode was wel de opening van
de Vliegermolen buiten op het plein voor de hele Voorburgse scene. Het
grootste optreden was wel voor een paar duizend man in de Vliegermolen
op apparatuur van Servaas. Het optreden in 1969 op de Groenmarkt in Den
Haag is de band ook erg goed bijgebleven.
Toen Stanley in 1970 in militaire dienst moest en naar Duitsland ging,
heeft John Karelse (voormalig zanger/gitarist van Chou-Chou/Levy Joe)
Stanley tijdelijk opgevolgd. Niet lang daarna werd de band opgeheven.
Wouter was in die periode werkzaam in Amsterdam maar werd toen ook een
tijdje in Oostenrijk gestationeerd. De bandleden verloren elkaar uit het
oog, maar niet uit het hart. In 1977 zijn de bandleden van 1970 voor een
reünie weer bijeen gekomen. Dit vonden zij zo leuk dat zij daarna onder
dezelfde naam weer zijn verder gegaan en in 1979 hun naam hebben
gewijzigd in Mohair.