THE BLACK JEWELS
The Black Jewels was een schoolbandje van de Vlietschool in
Voorburg. Begin 1964 werd de band opgericht. De samenstelling was: Frans
Nijsten (werd ook Odinot genoemd, naar zijn tweede vader) sologitaar,
Hans Segers sologitaar, Rob Segers slaggitaar, Rob Wezepoel basgitaar en
Aren van den Tak drums. In eerste instantie werden er alleen maar
instrumentale nummers gespeeld, van The Shadows en The Tielman Brothers,
maar al snel werd er op school in de persoon van Marianna Tauw een
zangeres gevonden.
Er werd altijd gerepeteerd in het ca. 1,5 meter brede gangpad van de
kelderboxen van de flat aan de Prins Bernhardlaan te Voorburg, waar de
gebroeders Segers woonden. Als een bewoner zijn box in wilde, wat
regelmatig voorkwam, moest het pad worden vrijgemaakt en de versterkers
opzij worden geschoven. In het begin werd er nog met zelf in elkaar
getimmerde speakerboxen, voorzien van een aantal oude radiospeakers en
een losse Geloso versterker, gespeeld. Op 23 april 1964 werd er voor het
eerst gedurende een ouderavond in de aula van de Vlietschool opgetreden.
Er werd regelmatig opgetreden bij de Rolschaatsbaan in het Haagse
Zuiderpark en bij Dansinstituut John Kuijpers, Vronesteijn te Voorburg.
In september 1964 verliet Marianna de band en nam Peter van Wijk als
zanger haar plaats in. Marianna, die later met Frans trouwde, is na het
verlaten van de band doorgegaan met zingen. Samen met een zanger heeft
zij een duo gevormd dat sinds het ontstaan van de duo een aantal
talentenjachten heeft gewonnen.
Behalve zingen, kon Peter ook aardig gitaar spelen. De band had nu dus
ineens vijf gitaristen. Ondertussen had iedereen met financiële
ouderlijke hulp goede muziekinstrumenten aangeschaft en werd er redelijk
vaak opgetreden, maar altijd in de omgeving van Voorburg en Den Haag. De
muziekstijl was Indorock.
In januari 1965 verliet Frans de band en kwam Roy Patiwael bij de band,
die de zang en de slaggitaar partijen voor zijn rekening nam. Al na twee
maanden besloot Roy zijn muzikale heil in Duitsland te moeten gaan
zoeken.
In Herman Manders, die in Scheveningen woonde, werd een waardige
vervanger voor Roy gevonden. Eind 1965 moest Herman echter in militaire
dienst en werd er besloten dat iedereen zijn eigen muzikale weg zou
gaan.
Anekdote:
Als na een optreden de instrumenten weer in de kelderbox aan de Prins
Bernhardlaan waren opgeborgen, werd er ’s nachts door de bandleden, die
toen allemaal 14-16 jaar oud waren, nogal eens kattenkwaad uitgehaald.
Als het er de tijd voor was, dan werden er appels uit een tuin in de
buurt gejat, wat ook wel eens verkeerd afliep. Op een keer moest men dan
ook mee naar het politiebureau, waar alle zakken moesten worden
leeggehaald. Daar kwamen toen tientallen appels uit.
Ook werden in een naburige straat, waar de toiletten zich aan de
straatzijde naast de voordeur bevonden, deze ‘s nachts groepsgewijs
doorgespoeld. Als het klapraampje van het toilet open stond, kon van de
straat af aan het touwtje van de spoelbak worden getrokken. Het was een
sport om midden in de nacht tegelijk zoveel mogelijk toiletten naast
elkaar door te laten spoelen. Op enige afstand werd dan gekeken hoe
overal het licht aanging en de bewoners gingen kijken waarom het toilet
voor zichzelf was begonnen.