THE JET SET
The Jet Set werd in 1967 opgericht door Rob van der Ham en Willem
van der Velden, die de naam Jet Set ontleenden aan het gelijknamige
nummer van de Delftse band The Tee Set.
Bij oprichting bestond de band uit: Willem van der Velden sologitaar,
Rob van der Ham drums, Hans Bourquin slaggitaar, en zijn neef Jos
Bourquin op basgitaar en Hans de Ruiter zang. Hans de Ruiter werd na
vijf optredens opgevolgd door Onno Mulder.
Als manager trad een zekere Jan van Veen op. Nu liep er bij Radio
Veronica toevallig ook een beroemde Voorburgse Discjockey rond die zo
heette (van het programma 'Candle Light') en van deze bekende en
zodoende belangrijke en betrouwbare naam werd vrolijk gebruik gemaakt
bij het boeken van optredens. Deze Jan van Veen begon zijn loopbaan bij
The Jet Set als technische man, want hij was de bouwer van de
speakerkasten. Hij was blijkbaar multifunctioneel en breed inzetbaar,
want behalve manager en boxenbouwer was hij ook chauffeur van de Ford
Transit die bij de Trompgarage werd gehuurd.
The Jet Set
oefende in dezelfde straat waar Willem woonde, op de meelzolder bij
bakker van Beek in de Voorburgse Kerkstraat op nummer 52. Daar sjouwden
ze hun instrumenten bij ieder optreden via een steile vlieringtrap heen
en weer. Omgekeerde prullenbakken en ijzeren gereedschapskisten deden in
het prille begin dienst als drumstel, maar op latere foto’s zien we Rob
zitten achter een heus Pearl drumstel in de kleur wit parelmoer.
Op de repertoirelijst van The Jet Set vinden we namen uit
de Top 40, waarbij Willem van der Velden een sterke voorkeur had voor
nummers van The Spencer Davis Group en dansbare Soulmuziek. De
zogenoemde 'slijp'muziek. That’s How Strong My Love Is was een
veelgevraagd lekker langzaam nummer. De band speelde voornamelijk op
feesten in de nabije omgeving, waarbij ze het clubgebouw van de IJsbaan,
bij velen beter bekend als het Groene Huisje, vanuit hun oefenruimte
gemakkelijk lopend konden bereiken. Willem vertelt: “We droegen onze
spullen gewoon vanuit de Kerkstraat naar de IJsbaan, want zo spaarden we
de huur van een bus uit. In vier keer heen en weer lopen stonden onze
instrumenten en versterkers op het podium.”
Willem van der Velden speelde op een rode Fender Telecaster met witte
slagplaat. Zijn Dynacord versterker kocht hij bij Servaas. Toen hij daar
ook een nieuwe Echolette band-echo apparaat kocht, was zijn vader zo
vriendelijk om garant te staan voor de afbetaling hiervan. Ook weet hij
dat zijn Engelse teksten en de fonetische uitspraak daarvan, behoorlijk
afweken van de oorspronkelijke zoals deze op de singles stonden. Dat in
het beroemde lied The House of the Rising Sun een berucht bordeel
werd bezongen, werd hem pas veel later duidelijk.
Willem heeft gitaarles gehad en werd daarin gestimuleerd door zijn
ouders: “Ik vogelde altijd heel snel de nieuwste Top 40 liedjes uit en
we speelden die nieuwe hits al bij het eerstvolgende optreden.”
Rob van der Ham kreeg op muzikaal terrein van huis uit weinig
motiverende steun, want zijn moeder vond het allemaal maar rotherrie.
Theo Koppen, lid van de bekende drumfanfare Forum Hadriani, leerde Rob
de eerste beginselen van het drummen, op een rubberen plankje twee
tikken links en twee tikken rechts en als je dat steeds sneller doet,
worden je polsen zo soepel dat er vanzelf een roffel uitrolt.
Of de beide neefjes Bourquin bij de band kwamen via Kwink of omdat ze
bij Maison Kelder werkten, is niet helemaal duidelijk.
The Jet Set
bestond tot mei 1968 en veranderde na de komst van een organist (George
Demmenie) de naam in Full Fresh. Onder die naam speelde de band verder
tot eind 1969.